vrijdag 25 september 2020

PÉ DAALEMMER



 



PÉ DAALEMMER MAAKT NUZIEK IN ZUIDHORN
zuidhorn- Afgelopen vrijdag en zaterdag was Pé Daalemmer (Peter de Haan) te gast in het voormalig kaaswinkeltje van Carin Bosklopper in Zuidhorn van 13.00 tot 17.00 uur maakte hij, onder de titel : Back to the Sixties met Pé dansen voor twee', prachtige muzoek.

De artiest had zijn picl-up en veel oude singles mee, zodat mensen zelf o[ hun favoriete nummer konden mee swingen.

Uiteraard gebeurde dit op anderhalve meter.

Ook hijzelf stelde zich als danspartner beschikbaar, war zorgde voor prachtige en hilarische beelden.


De Plattelandsvrouwen

Pé Daalemmer & Rooie Rinus – 


De Plattelandsvrouwen

de meiden, de meiden, mogen ons graag verleiden

en hierzo in het noorden gaat dat met weinig woorden

midwolda, midwolda, wat had ik toch een lol daar

maar ik kan ook uren gluren, naar mien uit siddeburen

nicole, nicole, weißt du was ich wolle?

mit dir under de wolle hab’ ich ja große lolle

gezina, gezina, als ik weer ‘s vreemd ga

dan doe ik dat bij jou daar, in ‘t prachtige nieuw-scheemda

suzanne, suzanne, ik ga met jou behangen

in ‘t mooie westerwolde, in jipsingboertange

oh inge, oh inge, wat zijn dat toch voor dingen

mag ik daar over zingen, oh inge uit ezinge

yvonne, yvonne, ik wou dat wij ‘s konne

maar nu woon je bij azing, met dubbele beglazing

oh grietje, oh grietje, dat was geen akkefietje

toen wij daar rollebolden, in ‘t mooie finsterwolde

oh martha, oh martha, waarom zit jij in beerta

het was toch in ‘t verleden, veel leuker in harkstede

ik vind ze, ik vind ze, zo lekker in godlinze

maar ik loop ook hard van stapel met betsie uit ter apel

de wichter, de wichter, hest zwoare en hest lichte

hest dikken en hest dunnen, hier in provincie grönnen

joa luuster, joa luuster, ains kom ik in het duuster

en din goan wie haand in haand, deur t grunneger plattelaand

an kaant!



Vaak gebruikten we dit lied bij de uitreiking van de mavodiploma's in Noordhorn.

Samen met een collega met een gitaar! 

Het ging over Plattelandsvrouwen...maar ool over knapen van het platteland!







maandag 21 september 2020

Trouwdag van Jan de Haan en Grietje de Haan-Dragstra-


LICHT OP HET LEVENSPAD

VIERT UWE VIERDAGEN
Dr A. Kuyper
De trouwdag van JAN DE HAAN en GRIETJE- DRAGSTRA
in SNEEK!
JAN DE HAAN 
meldt zich bij de BILDERDIJKLAAN 2 Groningen

zondag 16 augustus 2020

Sijbregje de Haan

Mijn zus SYBREGJE...later SYLVIA getrouwd met DAVId MULDER in AMERSFOORT

Wat beleefde ik met haar:

We gingen op vakantie bij tante LIES in Veenhuizerveld

Het jaar daarop kunnen we blijkbaar niet meer terecht bij tante Lies, maar is er is een andere oplossing. 

Inmiddels is Sylvia werkzaam aan de vakantiekinderkolonie in Voorthuizen.  

Zij heeft een vriend gevonden in Voorthuizen. 

Zijn naam is Henk Donkersgoed en hij komt al bij ons aan huis.

Henk heeft een brommer en is een vriendelijk jongeman. 

Zijn zus woont met haar man op een keuterboerderijtje langs de weg van Voorthuizen naar Putten en zij zijn bereid Thijs en ik als gasten op te nemen in het gezin. 

Kinderen MULDER

Er zijn drie kinderen een ouder meisje Corrie een jongen van mijn leeftijd Peter en een jongere broer Klaas. 

Peter is een echte kwajongen die alles durft en graag stoere dingen doet. 

Zo rijden we eens samen op de fiets om een teil op te halen. 

Ik zit bij hem achterop en hij zet de teil op zijn kop, zodat hij niets kan zien en ik moet dan zeggen hoe hij moet sturen. 

Al gauw hobbelen we omdat de weg heuvelachtig is alle kanten op en het is levensgevaarlijk maar we hebben dikke lol. 

Als we het later bij hem thuis vertellen, krijgen we op onze donder.


Zelden heb ik zoveel gegeten als in die vakantie.

Thijs en ik vreten de mensen daar werkelijk de oren van het hoofd.

Als we van het zwembad komen en we hebben het avondeten gehad dan hebben we na een uur al weer honger en dat geld voor ieder van ons.

Er worden weer boterhammen aangerukt, maar onze gastvrouw kijkt wel eens zorgelijk. We hebben nauwelijks tijd om aan huis te denken. 

Een groot probleem is het feit, dat Thijs en ik nog allebei bedwateren. 

Gelukkig is het bekend, maar toch betekent het een hele belasting. 

Op een middag mogen we met Sylvia mee naar de vakantiekinderkolonie. 

Daar op het terrein zijn alle kinderen buiten en krijgen we limonade. 

De kinderen komen allemaal om Thijs en ik heen staan en loeren ons aan als stomme koeien die in een weiland naar een voorbijganger kijken. 

Ze zeggen niets en dat maakt me bloed nerveus. 

Ik ken er niemand van. 

Ik begin te huilen en ik word door mijn zus opgevangen.


Dit verhaal zet ik op de facebook van Johan Mulder, de zoon van Sylvia en David Mulder

Jan Thijs, Fopkje (Zus) Thijs Teunis en Sijbregje (Sylvia)

Collage!

zondag 19 juli 2020

Voortzetting van het verhaal Meinderd de Vries...directeur van de ULO in Noordhorn

De nieuwe overbuurvrouw vertelde het nieuwe verhaal naast het verhaal van Meinderd de Vries, de directeur van de ULO te Noordhorn,
Aanvankelijk woonden ze aan de Badweg vlakbij Kooi...hij was bevriend met Meinderd de Vries. 
Hij raadde hem aan zich te verstoppen in de ULO.
Hummel wist het verhaal rond het doodschieten van een Duitse soldaat,
Hij hielp mee  het lijk van de Duitse soldaat  buiten de dorpsgrens te leggen.
Misschien iets meer duidelijkheid kan de de zoon van Hummel geven (die in de oorlog het gebeurde mee beleefde)
De zoon van Hummel kan het verhaal vertellen per e-mail naar Janthijsdehaan.

De zelfde vraag kan ik stellen aan Wieringa , die ontdekte bij het slopen van de eiken bij zijn huis op de parallelweg aan de Langestraat,
Hij vond de kogelgaten in de eik.
Jan Thijs maakte van deze kogelgaten foto's







Had deze gebeurtenis te maken met het neerschieten van de Duitse soldaat, waarvan men het lichaam buiten de dorpsgrens wilde leggen!

Het verhaal gaat verder!  




Het verhaal werd tot nu verteld van De Vriezen 


LINK:



Link:



Wij wachten de verhalen van Hummel en Wieringa af om ze te plaatsen op mijn SITE maandboek 2020


maandag 27 april 2020

CORONAVIRUS BIJ ONS





De Coronavirus werd vergezeld door de zon.
Elke dag was het zonnig.
Het gevolg was, dat de grond erg droog werd.
Lianne en Bert brachten ons enkele planten voor de lege plekken in de tuin, achtertuin en de voortuin.
Daardoor kon ik elke dag werken in de tuin.
Marthijs en de nieuwe overbuurman Hummel sr. 
Zij gebruikten met een spade om de grond te keren.
Na verloop was het mogelijk mijn compartimenten  schoon te maken.
Op zondag had de Nos-sport het gedachte iets van vroeger opnieuw te laten zien.
Deze zondag lieten ze , omdat Cruiff op die dag ziek was.
Omdat het buiten te warm was, besloot ik toch te kijken.

Het was ook zo, dat Greet uit Amerika belde om te vragen hoe het gaat met ons.
Met de Costanten ging het goed ...en bij ons ging het goed.
Later bleek , dat de oorzaak was, dat zij wisten, dat ik tekeningen namaakte van PIECK ( het waren al ongeveer 15 stuks.
Zij besloten me te vragen naar Amerika te versturen voor alle kinderen en twee voor henzelf.
Wat is de prijs vroegen zij.
Mijn antwoord was:
'Gratis' was mijn antwoord .
'Ik heb ze liever de zekerheid, dat ze hangen aan de muren van Costanten dan in de zwarte MAP van mij'.

Ze hadden de tekeningen gekozen.
Op de zondag was de koker gearriveerd via Lianne,
We keken naar de uitzending van Cruyff en pakten de Costanttekeningen in de koker

Voor Iona Costant

Voor MIRON COSTANT

Voor DAN en GREET COSTANT

Voor DAN en GREET COSTANT

Voor GEORGE COSTANT

Er waren voor mij voldoende dingen om te doen tijdens het CORINAVIRUS.
Ik hoefde me niet te vervelen.
Ik keek naar het programma van Cruyff.

Eerst moet ik iets vertellen over onze vakantie naar Zweden.
We hadden via Jan Mark een huisje gehuurd in Ahus, daar woonde Eva de moeder van Lisa die getrouwd was met onze zoon Jan Mark.
Af en toe kwamen zij bij haar en we praatten over de huwelijk van Lisa en Jan Mark.
Ik vroeg haar of zij kende een Zweed, die voetbalde bij Ajax.
Het merkwaardige was, dat de Zweedse voetballer bij Ajax woonde bij haar in de straat in Ahus.
Hij heette  Inge Danielsson.
Vermoedelijk had ongeveer dezelfde leeftijd als Cruyff.

Ik keek naar iets van de carriere van Cruyff.
Het begon van 1974 de WK in Duitsland de wedstrijd bij Nederland-Brazilië...de finale sloegen zij over.
Ajax behaalde 4 keer de finale.
Inge Danielsson hielp mee de eerste finale.
Ze lieten de wedstrijd zien tegen Ajax en van Benfica.
De thuiswedstrijd had Ajax verloren met 3-0.
Ze lieten zien de uitwedstrijd tegen Benfica.
Het eerste doelpunt kwam van de voet van Inge Danielsson.
Dat betekende, dat Cruyff speelde met hem samen in het elftal van Ajax in haar glansperiode.
Ik wist dat Danielsson voetbalde bij Ajax maar samen met Cruyff, dat wist ik niet meer.
Zo verneem je nog eens wat.
Ik schrijf het verhaal naar Jan Mark, Lisa en Eva.
Na de carrièr bij Ajax woonde hij in Ahus!! 

Coronavirus....langs de gebeurtenissen....... loopt zij!

Afbeelding kan het volgende bevatten: plant en bloem






maandag 13 april 2020

DE KIP HELEENTJE- ANNIE M.G.SCHMIDT



De kip Heleentje - Annie M.G. Schmidt


Kom nou ’s kijken, riep de Haan,
kom allemaal ’s naast me staan!
Kijk nou eens wat er is gebeurd:
hier ligt een ei, dat is gekleurd!

Heb jij dat ei gelegd, Heleen?
Hoe komt dat zo?
Het ging vanzelf, zei de kip Heleen,
of wacht ’s even… het ging zó:

ik zat hier op dat ei te wachten
en toen kreeg ik een paasgedachte.
Ik keek heel dromerig naar buiten
en hoep! een ei met roze ruiten

en blauwe bloempjes op de schaal.
Is het niet beeldig allemaal?
Foei, zei de haan, wat wuft en slecht!
Wie heeft er ooit zo’n ei gelegd!

Een kippe-ei is altijd wit
en niet zo kakelbont als dit.
Juist! riepen alle kippen kwaad.
Een paasgedachte! Inderdaad!

Je hoort niet meer bij ons, ga weg!
Ga ergens anders aan de leg.
Ga liever naar een andre buurt!
En kip Heleen werd weggestuurd.

Daar liep ze, eenzaam over ’t veld,
verlaten en teleurgesteld,
en na een lange, lange reis
kwam ze bij ’t Koninklijk Paleis.

En op de Koninklijke Stoep
stond kip Heleentje stil, en hoep,
ze lei een ei met allemaal
gekleurde haasjes op de schaal.

De koning, die voor ’t venster zat,
en die nog niet ontbeten had,
liet kip Heleentje binnenkomen
en zij werd teder opgenomen.

Zij kreeg een Koninklijke Worm
en iedereen vond haar enorm.
Ze werd tot Hof-leghoen benoemd.
En nu is kip Heleen beroemd.

Zij heeft een fraaie ridderorde.
Zij eet haar graan van gouden borden,
en zij zit ’s morgens aan ’t ontbijt
op schoot van Zijne Majesteit,

en legt daar voor de koningsdochters
een ei met beeldige patroontjes.

(Vrij uit “Iedereen heeft een staart van Annie M.G. Schmidt)

dinsdag 7 april 2020

HANS BEEK


Hpim2070_2 
Uit het rijke leven van Johan Sebastiaan Gympie
Het duister is langzaam weggekropen.
een late vogel brutaal aangelopen.
Een kat gaat over in heftig gemiauw.
De slaperige Gympie ontwaakt naast zijn vrouw.
De wekker van zeven is zojuist afgelopen.
Het is met Gympie zijn nachtrust gedaan,
gapend trekt hij open de Adidas-kast
en zoekt tastend zijn Puma- ochtendjas
Na deze punctuele situatieschets
is het uit met het melig geklets;
Om de nieuwsgierigheid niet langer in te tomen
moeten er nu concretere zinnen komen.
Het eitje op de tafel staat klaar,
ook vrouw en dochter zitten daar,
Voor Gympie is het vandaag een grote dag,
omdat zijn nieuwe Adidas-tas mee mag,
Behoedzaam wordt het eitje gepeld.
“Pap,geeft vandaag weer gimmelstiek?
Beek stopt met inzicht! Hoe is zijn repliek.
In zijn nieuwe Adidas-tas
hij heeft die nog maar pas,
zit ook een nieuw trainingspakje.
Zijn vrouw smeet weg het oude kakje,
Dat had Wilhemina Friedevrouw gezien
Hoe kwam hij aan zo’n dochter kien?
Reeds lang leefde bij zijn vrouw en hem de wens
iets te doen aan Gympie zijn uiterlijke mens,
Hij werkte dan wel alleen in de gymzaal
maar in dat oude kloffie stond ie toch voor paal.
Zijn kleine meid had de deur dicht gedaan:
“Pap, ik vind jou die pyama niet staan!
Gympie wou hier actief gaan ingrijpen,
bij hem was een degelijk plan gaan rijpen,
dit alles had hij toen zijn vrouw verteld.
Zij stond daarvan versteld.
Even dacht zij aan toen met de fiets
En staarde in het niets.
Gympie mompelde nog: “Je staat voor zak”.
Doch zij zei: “Een nieuw trainingspak!”
Daarna is het snel gegaan.
Een Adidas-pak kwam in de kast te staan.
Het besluit werd toen genomen
op gym verkleed als heer te komen.
Natuurlijk had die Gympie prima gym gegeven,
Maar dit was toch wel anders even.
De echte klassieke stijl ontbrak.
Dat was wel wat de heer Gympie zo stak.
De leerlingen moesten zijn gezag herwaarderen,
en leren in hem de bewegingsdocent te eren.
Ook moet u weten dat,
Gympie was dat respectloze gedoe zat.
Wat harder werken tijdens de gym
dat is voor de leerlingen niet zo slim.
Door zich in het nieuw pak te steken,
Kon hij in één klap afrekenen met de bewegingsleken
In  één treffen zijn eer herstellen.
Iedereen in Aduard zou dat rondvertellen.
De kinderen zouden weer sterke spieren krijgen
en niet na één rondje al staan te hijgen.
De dames bleven niet weg van gymnastiek.
zelfs al voelden zij zich dat beetje ziek.
Door zich te steken in zijn nieuwe pak,
bewees hij : “Gympie is geen ouwe gymzak!”
Maar nu, terug naar het begin van dit mooie gedicht.
want u denkt maar al te licht:
“Wanneer komt het einde nu in zicht?”
In het begin werd verteld van die beroemde de maandagmorgen.
’s Morgens vroeg begonnen reeds de zorgen.
Zijn vrouw was reeds opgestaan
Om met het zachte eitje klaar te staan.
Het Adidas-pak stond kant en klaar;
Met een kwartier was Gympie daar.
In de docentenkamer kleedde hij zich om
en heus het pak stond hem niet dom.
Dagenlang had hij geprobeerd strenge bevelen te slaken.
Nu zou hij de eersteklassers de blitz gaan maken
Hij liep door de deur, het is te maf.
Daar stonden al die leerlingen pas
Was dit hun Gympie, die anders wat slonzige man?
Zij staarten hem aan, kregen er niet genoeg van.
Gympie zweeg en begreep en sprak toen simpel:”Zit”
De leerlingen voelden zich plots jongens met pit.
Deze metamorfose
was voor hen geen pose.
Eerbiedig volgden zij zijn bevelen.
het kostte Gympie geen moeite hen te bespelen.
Toen zij een estafette gingen,
liepen zij zich uit het fatsoen.
De wil om te winnen was weer daar.
geen bevel van Gympie was hen te raar.
Zo konden zij vijf seconden winst behalen,
Als ze op de finishlijn op de knieën neerdaalden.
een klapzoen op de grond was daarvoor voldoende.
Je zag toen hoe de één na de ander de grond zoende


Die avond zat Gympie onder uitgezakt, 

Hpim2053_2
Uit het rijke leven van J.S. Gympie
Het duister is langzaam weggekropen,
En late vogel brutaal aangelopen,
een kat gaat over in heftig gemiauw.
De slijmerige Gympie volgt gedwee zijn zwanger vrouw

Na deze punctuele situatieschets
Is het uit net melig geklets
Om de nieuwsgierigheid niet langer in te tomen,
Moeten er wat concretere zinnen komen

Zijn dochter gaat drie passen vooruit.
Het is vandaag feest voor die guit.
De sint komt op school op bezoek.
Hij brengt kadootjes en een heel groot boek.

En pappa gaat ook deze keer
vervuld van blijheid met gevoelens teer,
dat hij straks plotseling zal verdwenen zijn.
moet een geheim blijven voor zijn dochterkijn.

In zijn grote Adidastas
zit een grote vuurrode jas
van zijn gade een witte onderjurk.
Ook een mijter heeft die schurk.

Verder nog wat witte watten en engelenhaar
een uitschuifbare staf en Gympie is klaar.

Reeds lang leefde bij zijn vrouw en hem de wens
iets te doen voor zijn dochtermens.
Haar geloof in de Sint had veel te lijden.
in Gympie zijn jeugd waren het andere tijden,

Zo’n kleine meid ziet overal Sinten tegelijk
voor het geloof in zo’n man is dat vreselijk.
Gympie wou hier actief gaan ingrijpen.
bij hem was een degelijk plan gaan rijpen.

Dit alles had hij toen zijn vrouw verteld.
Zij stond daarvan versteld,
even dacht zij toen met die fiets
en staarde in het niets.

Gympie mompelde nog: ”Dat kind......”
Doch zij zei: Een echte Sint|”
Daarna is het snel gegaan.
Een compleet pak in de schuur te staan.

Het besluit werd toen genomen
als Sint op de kleuterschool te komen.
Natuurlijk die vorige Sinten hadden hun best gedaan.
Hadden vaak een degelijk pakkie aan.

Maar de echte klassieke stijl ontbrak.
Dat was , wat de heer Gympie zo stak.
Zon kleine meid moet gezag respecteren,
moet leren zo,n eerbiedwaardige man te veren.
Ook moet u dat,
Gympie was dat respectloze gedoe zat.

Een klein beetje bang zijn voor de Sint
dat is juist goed voor de Sint.
De vaderrol is dan beter te spelen dat kwam Gympie natuurlijk wel gelegen.

Door nu deze glansrol te vervullen
kon hij in één klap afrekenen met alle Klaasonbenullen.
Iedereen in Aduard zou dat rondvertellen.
De kinderen zouden weer decennia lang in de Sint geloven.

Ook kon hij zo Piet van zijn eerloosheid beroven.
door zich te steken in dat rode pak
Bewees Gympie:”Sint is geen ouwe kadootjeszak”
Maar nu terug naar het begin van dit mooie gedicht.
want u denkt maar al te licht:
Wanneer komt het einde nu in zicht?

In het begin werd verteld van die beroemde vrijdagmorgen
’s Morgens vroeg begonnen reeds de zorgen.
Zijn vrouw was reeds opgestaan,
om met het ontbijt klaar te staan.
Het klazenpak stond kant en klaar.
met een kwartier waren zij daar.

In de hoofdenkamer kleedde Gympie zich om.
En heus het pak stond hem niet dom.
Dagenlang had hij geprobeerd met zijn stem te kraken,
Nu zou hij voor die kleuters de blits gaan maken.

Hij liep door de deur, de kleuters kijken hem na.
En dan roept zijn dochter: “Pap, ben je eindelijk klaar?

John Alcock
(1985  Door Dik en Dun Schoolkrant, Noordhorn)  )

Uit het Rijke Leven van J. S. Gympie

Het duister is langzaam weggekropen
een vroege vogel is toegelopen
Een kat gaat over in heftig gemiauw
een slaperige Gympie ontwaakt naast zijn vrouw.

Bedachtzaam trekt hij zijn Adidas- pak aan,
haalt zijn Puma -kamerjas uit de kast vandaan.
Zacht aait hij over het merk
“Nog  één dag doe’k dit werk”.

Na deze punktuele situatieschets
Is het uit met het melige geklets
Om de nieuwsgierigheid niet langer in te tomen,
Moeten er nu concretere zinnen komen.

Gympie had zich maanden kunnen,
op wat hij na de grote vakantie zou gaan beginnen.
Voor hem is het vandaag een weemoedige dag.
Hij neemt afscheid van leerlingen die hij steeds om zich heen zag.

Hoewel hij zich op deze dag had verheugd,
Deed dat afscheid nemen hem toch geen deugd.

In het jaar dat aan de vakantie voorafging,
Had Gympie in zijn kop maar één ding
Hij wou zijn horizon verleggen
en voor een jaar zijn baan opzeggen.

Graag zat hij in een bibliotheek,
waar hij urenlang in oude boeken keek.
Nu had dat muffe papier hem een kik gegeven.
Zo’n boek zei hem: “Toe Gympie blijf nog even”.

Al dat historische gewroet
deed hem verschrikkelijk goed.

Thuis plaatste hij een hele oude boekenkast
en leerde zich boeken zoeken op de tast.
Alleen  al door de geur van oud papier
baalde hij van dat gym geven als een stier.

Hoe fijn
zou het zijn.
de hele dag die geur te ruiken

Zijn liefde ging steeds verder ontluiken.
Zelfs alle sprays gebruikt in huis,
brachten de geur van oude boeken bij hem thuis.

Zijn tochten naar de oude archieven
maakte dat hij ging versturen vele brieven.

Dit alles had hij toen zijn vrouw verteld,
Zij stond daarvan verteld.
Even dacht zij aan toen met die,
en staarde in het niets.

Gympie mompelde nog:”Zo’n job”.
doch zij zei:”Kom Hans, kop op.
Jij wordt, zeg het maar, als het niet waar is
wat mij betreft binnen het jaar archivaris

Daarna is het snel gegaan.
Gympie had het verzoek gedaan
een opleiding te mogen volgen.
Het bestuur reageerde niet verbolgen.
Zij gunden hem een jaar studieverlof
En Gympie was dolgelukkig met die bof.

Natuurlijk had die Gympie een prima baan
en bracht vele kinderen sterke spieren aan.
Echter de klassieke stijl ontbrak.
dat was wat de heer Beek zo stak

Zonder die oude exercitiegymnastiek
werd Gympie van die gymlessen ziek.

Ook moet u weten dat,
Gympie was het werken in die Gymzaal zat.
Een ander vertrek om te kunnen snuffelen in oude boeken,
tenminste zo deed hij het zijn collega’s uit de doeken
Dat gevlieg in zo’n zaal was niet altijd te verdragen,
al zou je die Gympie nooit echt horen klagen.

Hij zou voor  ’t nageslacht dingen gaan uitzoeken
in een doodstille zaal zitten met prachtige oude boeken.
hoefde nooit meer ’t volleybalnet op te hangen
geen vogelnestjes meer maken aan ringen of stangen.

Door zelf geschiedenis te studeren
had hij een voorsprong op andere heren.

Maar nu terug naar het begin van dit mooie gedicht
want u denkt maar al te licht,
wanneer komt het einde nu in zicht.

In het begin werd verteld van die beroemde vrijdagmorgen
Zijn vrouw zei : ”Zul je het dan nooit leren?
Hans, je mag niet vergeten te trakteren”.

Dat was van hem bijna een tweede natuur.
Want trakteren, ja, dat was altijd duur.

Maar op zo’n dag verandert dat zelf,
en moet wel zeggen :”Nu geef ik wat weg”.

Toen Gympie om acht uur naar school toe reed,
was het gebak van het bakken nog heet.
En vele repen in zijn tas,
waren de kinderen ook in hun sas.

Daar in Noordhorn, in het gymlokaal
telde hij het gebak en de repen allemaal.
Het waren er nogal wat
en het kostte weer centen zat

Maar een kniesoor die daar oplet.
Die gedachte moest maar eens op zij gezet.

Toen hij later ging bekomen van een uitputtende dag
sprak hij, toen hij thuis zijn vrouw weer zag:
“Morgen  geef ik geen gymnastiek,
morgen is ’t Gympie niet meer kwiek.
Ik heb de hele dag getrakteerd,
dat ging dus weer goed verkeerd.

En dus ging Gympie gauw op zoek
naar zijn kast voor een oud boek
en kroop schurkend daarmee in een hoek.

En wat Gympie na veertien maanden zal zijn?
Voor ons is het één voor hem is het andere fijn.
Wat moeten wij zonder deze man
en de verhalen die je over hem schrijven kan?
Vindt zo gauw maar eens aan ander weer,
Die stof tot schrijven geeft elke keer.

John Alcok
(1984  Door Dik en Dun schoolkrant Noordhorn) )



Uit het rijke leven van Johan Sebastiaan Gympie

Het duister is langzaam weggekropen.
een late vogel brutaal aangelopen.
Een kat gaat over in heftig gemiauw.
De slaperige Gympie ontwaakt naast zijn vrouw.

De wekker van zeven is zojuist afgelopen.
Het is met Gympie zijn nachtrust gedaan,
gapend trekt hij open de Adidas-kast
en zoekt tastend zijn Puma- ochtendjas

Na deze punctuele situatieschets
is het uit met het melig geklets;
Om de nieuwsgierigheid niet langer in te tomen
moeten er nu concretere zinnen komen.

Het eitje op de tafel staat klaar,
ook vrouw en dochter zitten daar,
Voor Gympie is het vandaag een grote dag,
omdat zijn nieuwe Adidas-tas mee mag,

Behoedzaam wordt het eitje gepeld.
“Pap,geeft vandaag weer gimmelstiek?
Beek stopt met inzicht! Hoe is zijn repliek.

In zijn nieuwe Adidas-tas
hij heeft die nog maar pas,
zit ook een nieuw trainingspakje.
Zijn vrouw smeet weg het oude kakje,

Dat had Wilhemina Friedevrouw gezien
Hoe kwam hij aan zo’n dochter kien?

Reeds lang leefde bij zijn vrouw en hem de wens
iets te doen aan Gympie zijn uiterlijke mens,
Hij werkte dan wel alleen in de gymzaal
maar in dat oude kloffie stond ie toch voor paal.

Zijn kleine meid had de deur dicht gedaan:
“Pap, ik vind jou die pyama niet staan!

Gympie wou hier actief gaan ingrijpen,
bij hem was een degelijk plan gaan rijpen,
dit alles had hij toen zijn vrouw verteld.
Zij stond daarvan versteld.

Even dacht zij aan toen met de fiets
En staarde in het niets.
Gympie mompelde nog: “Je staat voor zak”.
Doch zij zei: “Een nieuw trainingspak!”

Daarna is het snel gegaan.
Een Adidas-pak kwam in de kast te staan.
Het besluit werd toen genomen
op gym verkleed als heer te komen.

Natuurlijk had die Gympie prima gym gegeven,
Maar dit was toch wel anders even.
De echte klassieke stijl ontbrak.
Dat was wel wat de heer Gympie zo stak.

De leerlingen moesten zijn gezag herwaarderen,
en leren in hem de bewegingsdocent te eren.

Ook moet u weten dat,
Gympie was dat respectloze gedoe zat.
Wat harder werken tijdens de gym
dat is voor de leerlingen niet zo slim.

Door zich in het nieuw pak te steken,
Kon hij in één klap afrekenen met de bewegingsleken
In  één treffen zijn eer herstellen.
Iedereen in Aduard zou dat rondvertellen.

De kinderen zouden weer sterke spieren krijgen
en niet na één rondje al staan te hijgen.
De dames bleven niet weg van gymnastiek.
zelfs al voelden zij zich dat beetje ziek.

Door zich te steken in zijn nieuwe pak,
bewees hij : “Gympie is geen ouwe gymzak!”

Maar nu, terug naar het begin van dit mooie gedicht.
want u denkt maar al te licht:
“Wanneer komt het einde nu in zicht?”

In het begin werd verteld van die beroemde de maandagmorgen.
’s Morgens vroeg begonnen reeds de zorgen.
Zijn vrouw was reeds opgestaan
Om met het zachte eitje klaar te staan.

Het Adidas-pak stond kant en klaar;
Met een kwartier was Gympie daar.
In de docentenkamer kleedde hij zich om
en heus het pak stond hem niet dom.

Dagenlang had hij geprobeerd strenge bevelen te slaken.
Nu zou hij de eersteklassers de blitz gaan maken
Hij liep door de deur, het is te maf.
Daar stonden al die leerlingen pas

Was dit hun Gympie, die anders wat slonzige man?
Zij staarten hem aan, kregen er niet genoeg van.
Gympie zweeg en begreep en sprak toen simpel:”Zit”
De leerlingen voelden zich plots jongens met pit.

Deze metamorfose
was voor hen geen pose.
Eerbiedig volgden zij zijn bevelen.
het kostte Gympie geen moeite hen te bespelen.

Toen zij een estafette gingen,
liepen zij zich uit het fatsoen.
De wil om te winnen was weer daar.
geen bevel van Gympie was hen te raar.

Zo konden zij vijf seconden winst behalen,
Als ze op de finishlijn op de knieën neerdaalden.
een klapzoen op de grond was daarvoor voldoende.
Je zag toen hoe de één na de ander de grond zoende

Die avond zat Gympie onder uitgezakt
Zijn Adidas-pak in de tas gepakt.

Zijn vrouw zweeg, begreep zijn stemming wel.
Zij kuste hem toen ontroerd op zijn oorlel

En Gympie, nog in trance van zijn werk verstrikt,
sprak ”Och jij hebt vijf seconden eerder aangetikt!”

John Alcock

(1984  Door Dik en Dun Schoolkrant Noordhorn)

L’Archivarie n’est ce pas toute la vie?
Hpim2061

J.J.J.Riviere
Mijmering
Het duister is langzaam weggekropen
een vroege vogel komt toegelopen
Een kat gaat over in heftig gemiauw
Een slaperige Gympie ontwaakt naast zijn vrouw
Vandaag is het een bijzondere dag in zijn loopbaan.
Voor het laatst trekt hij zijn HUGHEMARKE- plunje aan
Het grote T- shirt met de vetgedrukte letters.
Verbaasd kijkt hij er naar: Hadden ze niets vetter?
Het trainingspak met het beroemde vignet,
Dat hij onmiddellijk uit de kreukels redt.
Liefkozend streelt hij de drie segmenten der S.G.
En weet : Nog één dag loop ik hier mee.
Even verblijft zijn hand bij het gedeelte van Noordhorn
en ziet  zichzelf op zijn snelle fiets er naar toe snorren
Hoe velen leerde hij daar gracieus bewegen.
al dat succes maakt hem soms wel wat verlegen
Sportminded, allen die daar les ontvingen
zelfs collega’s mochten graag rondspringen.
Eersteklassers ontving hij met een strakke hand.
Aan gebrek aan discipline had hij wel het land.
Onder zijn les moet gewerkt: Bloed, zweet en tranen.
en bracht je dat niet op, dan was de boot wel aan en
zo stond deze man voor niets.
Zijn voorbeeld deed je altijd iets.
De spreidsprong voerde hij zelf voorbeeldig uit.
Wat hij ook voor moest doen, het gaf hem heel geen fluit.
Weinigen beheersten dit vak zoals hij:
Zelfs topsporters zijn daar nog groentjes bij.
In alles blonk hij uit met natuurlijke eenvoudigheid
Een ingewikkelde schijnbeweging vond hij zonde van de tijd.
Nee, naast die eenvoud was hij ook nog slim.
Hij suggereerde dan zo’n truc en een ieder trapte erin
Geen kapbeweging bij het voetballen dus
maar gewoon er langs: een snelle rush
en even had je dan als tegenstander het gevoel,
als ik hem neerleg, val ik zelf op mijn smoel.
Achteloos scoorde hij bij het basketballen de mand.
Deed dat achteruitlopend en las daarbij de krant.
En altijd driepunters, dus van ver weg.
Hij scoren  met een dunk, te makkelijk zeg.
Is voor een volleyballer het hoogtepunt een klap binnen de drie meter lijn?
Beek sloeg de ballen over het net terug in eigen veld en vond dat fijn.
Eén nadeel had al deze virtuositeit: Het maakte sommigen wat moedeloos,
Zij dachten dan, wanneer kan ik mij meten met deze bolleboos.
Hij wist uit veelheid nauwelijks nog te kiezen.
En piekerde dan: welke leerstof kan ik mijn leerlingen nog bieden?
Hij koos dan honkbal, sloeg zelf de homeruns voor de zwakste ploeg.
Totdat hij eens de zware houten knuppel dwars door midden sloeg
En zie toen kwam de dag
Dat hij het niet meer zitten zag,
De prikkel was voor hem verdwenen uit het werk.
Kon niet meer zeggen: “Gympie, jongen maak je nog eens sterk.
Te veel van het goede stak een spaak in ’t wiel
Geen wonder dat zijn oog dus op wat anders viel.
Bleef veelzijdigheid het nastreven nog steeds waard,
Hij wendde dus zijn blik naar waar men oud papier bewaart.
Nu zult u zeggen : Oud papier
Zit daarin dan nog brood,.laat staan vooruitgang voor zo’n man
aar daarom gaf hij geen zier,
van de uitdaging, daar kreeg hij een kik weer van.
Ontdekte juist de onnoemelijke waarde van zo’n vod.
Hij sprak: Daarmee kan ik documenteren, niets gooi ik vort.
Gedrukte tekst op oud papier dat boeide hem.
Het geeft verleden in onze tijd een stem.
In documenten snuffelen op zoek naar lijnen in een vroeger leven.
Dus haalde hij en passant zijn M.O geschiedenis nog maar even.
Vervolgens stortte hij  zich definitief in het  avontuur
Verslond oude teksten tot diep in het nachtelijk uur.
Beheren van oude stukken. Er onderzoek in plegen.
Gympie was met zijn tijd helemaal niet meer verlegen.
Hij vergat zijn vogelnestjes in de ringen,
stond nu tussen oude boeken wat te springen,
met in zijn hoofd een melodie van Bach
En rond zijn mond een die op gelukkige lach.
Welnu om kort te gaan:
Zo gezegd en zo gedaan.
Vandaag dus: Adieu Hughemarke
Ik ga in Winschoten warke.
Beneden in de keuken schiet hij in de lach.
Er is geen twijfel mogelijk, vandaag is het dus de dag.
Want op de wasmachine staat een grote witte doos
Vol met gebakjes, die hij zich stuk voor stuk zelf koos.
En voor zich ziet hij de pretogen der collega’s blinken
En tevreden moppert hij: Daar zal ik nooit meer in stinken.
Uit oude documenten toon ik dan eenvoudig aan
Dat het met dat trakteren maar eens moet zijn gedaan.
Voorzichtig om vrouw en kinderen niet te wekken
Tilt hij langzaam de deksel van de doos
En vlak daarna zit hij heerlijk op een kruk te smikkelen
En verblijft daar dus een flinke poos.
Bezorgd kijkt hij tenslotte de slinkende voorraad aan
Toen is hij maar even bij de bakker langs gegaan.
Verder liep die dag alles wel wat in de soep.
Hij dacht: Als ik op het archief maar niet ‘de ballen” roep

Sijkje Boes
(1984 Door Dik en Dun Schoolkrant Noordhorn)
Jan Thijs de Haan







maandag 23 maart 2020

Roswitha Schulz en CORONIAVURUS




coronavirus

Vandaag was het stil op straat. 
Veel auto 's stonden nog voor de deur geparkeerd. 
Het was mooi weer vandaag. 
In deze tijd van het jaar zouden de mannen van de plantsoenendienst al druk bezig zijn. 
Maar ik hoorde ze niet. 
Er reed een auto langs mijn huis. 
Het verbaasde me dat ik daar verbaasd over was. 
Geen fietsers, geen brommers. 

Spooky wilde graag naar buiten. 
Het zijn vooral de vogeltjes waar ze dol op is. 
Ik ging met haar in de tuin zitten.
We genoten er beiden van. 
Ik hoorde alleen de vogeltjes druk in de weer zijn met hun fleurterijen. 
Rare dag. 
Ik loop al een week met een stevige verkoudheid maar heb geen koorts. 
Wel benauwd op de longen. 
Maar ik heb ieder jaar aan het eind van de winter wel zo 'n aanval. Maakte me er niet veel zorgen over. 
Tot de toespraak van de president. 
Het begint tot me door te dringen dat het risico om geïnfecteerd te worden best wel groot is. 
Ik heb geen sterke longen. 
Ik weet wat het is om half te stikken. 
Ik zal die rotziekte niet krijgen. 
Dus dan maar in quarantaine. 
Quarantaine houdt in dat je 40 dagen in volstrekte isolatie moet leven. 
Dat moet dan maar. 
Ik vermaak me wel. 
Floortje gaat ook naar het einde van de wereld. 
En wat daarna? 
Ik weet het nog niet. 
Maar ik zal niet ziek worden.
Roswitha Schultz


Kamerdebat over ontwikkelingen CORONAVIRUS
Ik probeer het te volgen. 
Maar wanneer geven ze die Baudet nou eens een klap op zijn bek.
Ik word doodmoe van die man. 
Met zijn recalcitrante betogingen blaast hij een hoop onzin uit. 
De Puber.

020-23 maart



De glazenwasser 
 Ik zat aan mijn grote tafel mijn koffie te drinken toen ik voor me op straat iemand luid hoorde praten. 
Ik keek door het raam en zag een stoere vent met zijn mobiel aan zijn mond . 
Hij praatte zo luid dat ik het letterlijk kon horen wat hij zei. 
Hij keek met een boze blik naar het huis van mijn buurman en maakte wilde gebaren met zijn andere arm. 
Ik hoorde hem roepen "dat hij ook nog graag met vakantie wilde kunnen gaan". 
Dat gesprek ging nog een tijdje zo door. 
Daarna borg hij zijn mobiel op in zijn jack en pakte een emmer met schoonmaak gereedschap op en liep weg.
Nu begreep ik dat dit de glazenwasser was. 
Eerst dacht ik dat mijn buurman de glazenwasser niet kon betalen. 
Te krap bij kas misschien? 
Later bedacht ik dat hij niet in staat was om het contant te betalen vanwege het besmettingsgevaar voor het Corona virus. Hij is hartpatiënt en heeft hersenletsel opgelopen tijdens een hartoperatie. 
Hij valt dus onder de kwetsbare groep en wil daarom niet in contact komen met anderen. 
Misschien dat hij gevraagd had om het later te betalen. 
Ik begrijp die glazenwasser ook wel. 
Die komt als zelfstandig ondernemer ook in financiële problemen. 
Maar de opmerking "dat hij straks ook graag met vakantie wilde gaan" deed mij de haren rijzen. 
De kans is groot dat er dit jaar helemaal geen vakantie zal zijn. Ik verkondig hier dan wel aannames. 
Maar de helft van Nederland bestaat uit klootjesvolk dat niet wil beseffen hoe ernstig deze corona toestand is en alleen maar aan zich zelf denkt. 
Ik ben die glazenwassers trouwens ook beu. 
Ze dringen zich met hun ongewenste reclame papiertjes constant aan je op. 
En het is natuurlijk allemaal zwart werk.

Indruk op 24 maart 2020
Ik ben verbijsterd over hoe onverschillig een grote groep Nederlanders omgaat met de maatregelen door de overheid tegen Corona virus. 
Maar het verbaast me niet. 
Het is verbijsterend hoeveel lak mensen überhaupt aan regels hebben, ook toen er nog geen Corona was. 
Hier onder een chat in een facebook groep dat wel illustreert hoe er over gedacht wordt.



SNIESCHOULE


Roswitha Schultz 
Het is wel een mooi gebouw. 
Maar ik herken het zo niet terug met die heg er voor. 
Terwijl ik daar wel heel wat voetstapjes heb liggen. 
Mijn moeder begon haar carrière in de Snieschaule in de Walstraat. 
Later heb ik daar nog wel cursussen gevolgd in metaal 
bewerken.





Sint- Joris en de draak.
Ieder jaar gebeurt het weer opnieuw. 
De herdenkingen aan de oorlogstijd. 
Verhalen, documentaires, filmbeelden en films over de oorlog. 
Ik kan er niet naar kijken en ik kan het niet meer horen. 
Ik kan naar hele spannende en enge series kijken maar niet naar een oorlogsfilm. 
Ik raak daar helemaal door verkrampt van angst. 
Ik ben in 1946 geboren en heb de oorlog niet zelf mee gemaakt. Maar mijn moeder wel. 
Zij had in het verzet gezeten. 
Zij woonde toen in Amsterdam. 
De verzetsgroep waar zij bij hoorde is verraden en tijdens een bijeenkomst opgepakt. 
Ze zijn allemaal gefusilleerd. 
Behalve mijn moeder en een ander lid van de groep. 
Zij konden niet bij die bijeenkomst aanwezig zijn. 
Ze hebben mijn moeder naderhand wel te pakken gekregen en zetten haar gevangen in het Oranjehotel in Scheveningen. 
Ik denk dat ze haar stevig hebben verhoord over de groep, of zij daar ook bij hoorde. 
Uiteindelijk hebben ze haar wel weer vrij gelaten. 
Na de oorlog trouwde ze en kreeg ze mij en mijn zus. 
Ik groeide op tussen de ruïnes van de kapot geschoten binnenstad van de stad Groningen. 
Dat hadden de Duitsers nog even als wraak gedaan toen de Canadezen op het punt stonden om de stad te bevrijden. Traumatische ervaringen uit haar verleden, een stuk gelopen huwelijk en een oorlogstrauma hadden tot gevolg dat mijn moeder opgenomen moest worden in een psychiatrische inrichting, zo als dat toen nog heette. 
Na 2 jaar werd ze daar uit ontslagen en was ze in staat om voor haar gezin te zorgen. 
Ik was toen 7 jaar. 
Ze vertelde me toen alles wat ze in de oorlog had meegemaakt en gezien en gehoord. 
De nare dingen maar ook de leuke dingen.
 Zij heeft mij toen ook over dat Oranjehotel verteld en hoe ze over de daken heeft moeten vluchten voor de Duitsers. 
En haar schuldgevoel omdat zij nog leefde en haar makkers er niet meer waren. 
De dodenherdenkingen bij het beeld van Sint-Joris en de draak op het Martinikerkhof in Groningen ( symbool van de overwinning over het kwade ) werden in ons gezin zwaar beladen beleefd. 
Dat was de sfeer zo als ik de eerste jaren van mijn leven beleefde. 
Ik droomde dat ik over daken moest vluchten al begreep ik eigenlijk niet goed waarvoor. 
Ook de verhalen van mijn moeder en de anderen over de oorlog drongen niet echt goed tot mij door. 
Maar het was naar en eng. 
De jaren 60 braken aan en het ging goed met de economie. 
Het leven ging er een stuk vrolijker uit zien. 
Iedereen was hoopvol. 
Ik kwam op een leeftijd dat ik mij ging afvragen wat er nu werkelijk met mijn moeder in dat Oranjehotel was gebeurd. Maar nu bleef mijn moeder daar over zwijgen, tot haar dood. Een paar jaar geleden maakte ik een lange taxirit. 
De chauffeur sprak goed Nederlands met een duidelijk Duits accent. 
We reden langs de binnen wegen en bewonderden het Nederlandse landschap. 
We reden langs de Grebbeberg te Rhenen en zagen de oorlogsgraven liggen. 
De chauffeur bleek uit Oost Duisland te komen.
Hij bracht het gesprek daardoor meteen terug op de oorlogstijd. Het verbaasde hem dat wij Nederlanders zo vriendelijk waren tegen Duitsers. I
k antwoordde dat de huidige generatie Duitsers dat ook wel waard waren en dat wij in deze tijd wel een voorbeeld aan hen konden nemen. 
Ik weet dat mijn moeder het hier niet mee eens zou zijn. 
Hij vroeg me naar wat ik van de oorlog had mee gekregen. 
En daar blokkeerde ik. 
Alles in me verzette zich om het daar nog over te hebben. 
Ik heb die rit niet hoeven betalen. 
Het is goed dat dit verhaal over de oorlog verteld blijft worden voor de generaties die daarna kwamen. 
Om te beseffen dat leven in vrijheid nog altijd niet vanzelfsprekend is. 
Dat je daar hard voor moet vechten. 
Ik volg de dodenherdenking op 4 mei via TV. 
Maar ik wil er verder niets meer over horen of zien. 
Het grijpt me te veel aan. 
Ik kan het niet meer.






Roswitha Schultz 
Ik woonde hier twee blokken verder van af 1950, toen was ik 4 jaar, tot 1960. 
Vlak na de oorlog. 
Dat was op nr. 17b. 
Drie hoog zonder lift. 
Dat was dus steeds twee trappen met een tussenverdieping op en neer sjouwen. 
Ik kan dat huis nog zo uittekenen. 
2 kamers met suitedeuren er tussen en nog een klein slaapkamertje. 
Zonder douche gelegenheid, dus wassen in de keuken. 
Kolenhok op het balkonnetje. 
Voor een gezin met twee kinderen veel te klein. 
Het was niet echt een chique buurt maar wel een nette. 
In die jaren kinderrijk. 
Er werd veel gespeeld op straat. 
In het begin waren de voortuinen veel dieper en was de straat smaller en bestraat met klinkers. 
Er kwamen nog venters als de schillenboer met paard en wagen langs. 
En kachelhout en huisraad, de bakker en de melkboer. 
We hebben er veel wel en wee van de buurt mee beleefd. 
Een buurt waar het touwtje nog uit de deur hing en geluk nog heel gewoon was. 
Tegen het eind van de jaren 50 trok de economie aan. 
De tuinen werden ingekort en de straat verbreed en geasfalteerd. Dat moest omdat de WEB vrachtauto' s er s' nachts langs moesten rijden naar Duitsland en weer terug. 
Er reden meer auto 's en de kinderen konden niet meer vrij op straat spelen. 
Het was een saaie straat geworden.


P.S.
Roswitha Schultz 
De E. Thomassen à Tuessinklaan ( vreselijke naam voor een straatnaam') lag niet aan de kant van de Bedumerweg. Het ligt naast de voormalig zo genoemde ' Driehoekje' 
( het terrein van de Medische faculteit)


En ja, het ziet er hier vreselijk uit zien
Wel jammer, want de architectuur van de buurten rondom de Korreweg vind ik prachtig. 
Daar zouden ze wel wat zuiniger mee om mogen gaan.


Groningen vanuit de lucht zijn in 1928 de contouren van de voormalige vestinggracht nog duidelijk zichtbaar. 
Net buiten de gracht zijn enkele percelen te zien waar bebouwing is gesloopt.
Van Plan Oost is de Gerbrand Bakkerstraat al klaar. 
De Baart de Lafaillestraat, A.P.Fokkerstraat en Thomas à  Thuessinklaan zijn al flink gevorderd. 
Aan de S.S.Rosensteinlaan is de school al klaar. 
En bouwvakkers zijn bezig met de bouw van de kerk en een eerste woonblok. 
De Petrus campersingel, de ,,Dreihouke,, en het stuk grond waar later het ,,Bodenterrein,,komt is duidelijk te herkennen.

De E. THOMASSEN à THUESSINKLAA gezien naar het oosten


Groningen. 
Samen met de Petrus campersingel hoort de E.Thomassen à Thuessinklaan tot de 'duurdere ' delen van de Oosterparkwijk. 
De straat volgt de loop van de Oude Jacobeinerweg, genoemd naar de Monniken van een in de binnenstad gelegen klooster. 
Tot het begin van de 15e eeuw heet de weg volgens rijksarchivaris Feith trouwens Bremerweg. 
'Waneer men nagaat, dat voor ongeveer 1650 het Damsterdiep bij Groningen niet bestond en de weg naar Duitsland over Slochteren leide, dan is,met het oog op de drukke handelsbetrekkingen tussen Groningen en Bremen in oude tijden, de naam Bremerweg mede verklaard ',schrijft Feith in de Groningche Volksalmanak van 1892.


4 mei 2020
Roswitha Schultz  
Ondanks de corona aanpassing nog veel poeha en toeters en bellen, zo als mijn moeder de dodenherdenking op de Dam vond, zij keek liever naar de meer sobere herdenking op de Waalsdorpervlakte, maakte de toespraak van de koning het meeste indruk op mij. 
Dat is de vraag die ik mij ook steeds stel; 
Hoe hebben ze dit kunnen laten gebeuren. 
Hoe kan het dat ze niet doorzagen wat er gebeurde en lijdzaam gehoorzaamden aan de verordeningen nota bene door een vreemde mogendheid? 
En als ze het al zagen, hoe konden ze daar dan voor weg kijken. 
Arnon Grunberg had het antwoord al gegeven; onwetendheid of het niet willen zien. 
Maar de gedachten waar deze waanzin uit voortkwam achtervolgen ons nog altijd. 
We zijn gewaarschuwd!

Ik heb jouw stuk even snel doorgelezen. 
Lees het nog wel beter door. 
Maar ik begrijp dat jouw vader het al heel snel door heeft gehad wat er ging gebeuren. 
Jouw vader en mijn moeder hoorden bij de moedigen die zich daar wel tegen verzetten.


Naar aanleidng van de site Korrewewijk van Jan Thijs de Haan de opmerking van Roswitha Schulz
 



Jodenbuurt- Groningen 
Dat herinner ik mij nog heel goed. 
Daar heerste een sfeer van bittere armoede. 
Zoals er nog meer van deze  buurten waren in Groningen. 
Er heerste nog veel armoede. 
Maakte veel indruk op mij en sprak tot mijn verbeelding. 
Nog niet goed beseffend wat zich daar afgespeeld moet hebben. Daar liepen we met een groep vrienden door heen als we naar de 'Jeugd ' bijeenkomsten, ( hoe heette dat ook weer Susan? )gingen van de Babtistenkerk aan de Bedumerweg. 
Dat moet ongeveer in 1958 zijn geweest. 
Ik was toen 12 jaar. 
Het kamp is later afgebroken.




 Van Hasselt's klok hoek
 Helper Brink 
Verlengde Hereweg Groningen 
 
Belangrijke klok voor mij. 
Ik woonde aan de Helperbrink. 
Iedere morgen op weg naar school moest ik meestal wachten voor de stoplichten. 
Dan keek ik wel even op de klok. 
En altijd weer was ik aan de late kant om op tijd op school te komen.
Ja, bijna iedere ochtend stond ik bij die klok te wachten voor het stoplicht op weg naar school. 
In dat grote huis op de hoek heb ik vaak opgepast op de neefjes van mijn toenmalige vriend.




juni 2020

Wolmet (nijn dochter) had me voorgesteld om samen een flink eind te gaan wandelen in de mooie natuur bij Laage Vuursche. 
Om dan op een rustige plek te gaan lunchen. 
Dat zou wel corona proef zijn. 
Ik had me al maanden opgesloten in mijn huis. 
Het was maar goed dat het weer het toe liet om veel in de tuin te kunnen zijn. 
Maar verder kwam ik er nauwelijks uit en Wolmet vond dat ik meer beweging nodig had. 
Daar had ze gelijk in. 
Maar ik wilde wel weer eens onder de mensen komen en stelde voor om in Amersfoort te gaan lunchen. 
Wolmet reserveerde voor zaterdag een plek op een terras op het Hof. 
Dat bleek een mooi plekje te zijn en hadden we een genoeglijk uitzicht op de markt die er ook gaande was. 
Het was lekker weer en  ik kreeg een heerlijk stukje biefstuk voorgeschoteld. 
Daarna zijn we een eind langs de  straatjes die langs de oude stadsmuur liggen gelopen. 
Altijd weer een genoegen om dat te doen. 
Daarmee meden we drukte van de winkelstraat. 
Ik heb genoten en voelde me als een koetje dat weer voor het eerst de wei in mocht. 
Ik ga in de zomertijd geregeld naar Amersfoort om te winkelen en pak ik een terrasje. 
Dan is het er altijd druk. 
Het voordeel van corona is dat je zo je terrasje kon reserveren, altijd plek, en dat het een stuk rustiger was in de stad. 
Dat beviel me wel




25 augustus 1920 - 23 februari 2005
Vandaag is het de honderdste geboortedag van mijn moeder. 
Dit is wat zij was; schilderen stond voor haar gelijk aan ademhalen.  Als ze niet kon schilderen ging ze dood. 
Ik hoor haar nog mopperen als ze maar niet aan schilderen toe kwam omdat andere bezigheden en mensen haar in beslag namen. 
Ik herken dat zelf maar al te goed. 
Het was een complex wezen zoals creatieve mensen dat zo vaak kunnen zijn. 
Maar ze was mijn beste vriendin, mijn zielsverwant







.


 

25 augustus 1920 - 23 februari 2005
Vandaag is het de honderdste geboortedag van mijn moeder. 
Dit is wat zij was; schilderen stond voor haar gelijk aan ademhalen.  Als ze niet kon schilderen ging ze dood. Ik hoor haar nog mopperen als ze maar niet aan schilderen toe kwam omdat andere bezigheden en mensen haar in beslag namen. Ik herken dat zelf maar al te goed. Het was een complex wezen zoals creatieve mensen dat zo vaak kunnen zijn. Maar ze was mijn beste vriendin, mijn zielsverwant.